352 lines
17 KiB
HTML
352 lines
17 KiB
HTML
|
|
<!DOCTYPE HTML PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN">
|
|
<HTML><HEAD><TITLE>Man page of start-stop-daemon</TITLE>
|
|
</HEAD><BODY>
|
|
<H1>start-stop-daemon</H1>
|
|
Section: dpkg-suite (8)<BR>Updated: 2020-03-23<BR><A HREF="#index">Index</A>
|
|
<A HREF="/cgi-bin/man/man2html">Return to Main Contents</A><HR>
|
|
|
|
|
|
<A NAME="lbAB"> </A>
|
|
<H2>NAAM</H2>
|
|
|
|
start-stop-daemon - start en stopt systeemachtergronddiensten
|
|
<A NAME="lbAC"> </A>
|
|
<H2>OVERZICHT</H2>
|
|
|
|
<B>start-stop-daemon</B> [<I>optie</I>...] <I>commando</I>
|
|
<A NAME="lbAD"> </A>
|
|
<H2>BESCHRIJVING</H2>
|
|
|
|
<B>start-stop-daemon</B> wordt gebruikt om het creëren en afsluiten van
|
|
processen op systeemniveau te regelen. Door een van de overeenkomstige
|
|
opties te gebruiken kan <B>start-stop-daemon</B> geconfigureerd worden om
|
|
bestaande exemplaren te vinden van actieve processen.
|
|
<P>
|
|
|
|
Opmerking: tenzij <B>--pid</B> of <B>--pidfile</B> opgegeven werden, gedraagt
|
|
<B>start-stop-daemon</B> zich gelijk <B><A HREF="/cgi-bin/man/man2html?1+killall">killall</A></B>(1). <B>start-stop-daemon</B> zal de
|
|
procestabel overlopen op zoek naar processen die overeenkomen met de
|
|
procesnaam, het moeder-pid, uid en/of gid (als ze opgegeven werden). Voor
|
|
elk proces dat een overeenkomst oplevert, zal verhinderd worden dat
|
|
<B>--start</B> het proces opstart. Aan alle overeenkomende processen zal het
|
|
TERM-signaal (of het signaal dat met <B>--signal</B> of <B>--retry</B> opgegeven
|
|
werd) gegeven worden, indien <B>--stop</B> opgegeven werd. Voor
|
|
achtergronddiensten met langlevende dochterprocessen die bij een <B>--stop</B>
|
|
moeten blijven bestaan, moet u een pid-bestand opgeven.
|
|
<A NAME="lbAE"> </A>
|
|
<H2>COMMANDO'S</H2>
|
|
|
|
<DL COMPACT>
|
|
<DT id="1"><B>-S</B>, <B>--start</B> [<B>--</B>] <I>argumenten</I><DD>
|
|
Ga na of het opgegeven proces bestaat. Indien een dergelijk proces bestaat,
|
|
doet <B>start-stop-daemon</B> niets en sluit het af met foutstatus 1 (0 indien
|
|
<B>--oknodo</B> opgegeven werd). Indien een dergelijk proces niet bestaat, start
|
|
het een exemplaar ervan, door het programma te gebruiken dat ofwel met
|
|
<B>--exec</B> opgegeven werd, ofwel met <B>--startas</B> als dat gebruikt
|
|
werd. Eventuele argumenten die na <B>--</B> opgegeven werden aan de
|
|
commandoregel, worden ongewijzigd doorgegeven aan het programma dat
|
|
opgestart wordt.
|
|
<DT id="2"><B>-K</B>, <B>--stop</B><DD>
|
|
Gaat na of het opgegeven proces bestaat. Indien een dergelijk proces
|
|
bestaat, geeft <B>start-stop-daemon</B> het het signaal dat met <B>--signal</B>
|
|
opgegeven werd en sluit dan af met foutstatus 0. Indien een dergelijk proces
|
|
niet bestaat, sluit <B>start-stop-daemon</B> af met foutstatus 1 (0 indien
|
|
<B>--oknodo</B> opgegeven werd). Indien <B>--retry</B> opgegeven werd, zal
|
|
<B>start-stop-daemon</B> controleren of het/de proces(sen) beëindigd werden.
|
|
<DT id="3"><B>-T</B>, <B>--status</B><DD>
|
|
Gaat het bestaan van een opgegeven proces na en geeft een afsluitstatuscode
|
|
terug die in overeenstemming is met de LSB-acties voor initialisatiescripts
|
|
(LSB Init Script Actions) (sinds versie 1.16.1).
|
|
<DT id="4"><B>-H</B>, <B>--help</B><DD>
|
|
Toon informatie over het gebruik en sluit af.
|
|
<DT id="5"><B>-V</B>, <B>--version</B><DD>
|
|
Toon de programmaversie en sluit af.
|
|
</DL>
|
|
<A NAME="lbAF"> </A>
|
|
<H2>OPTIES</H2>
|
|
|
|
<A NAME="lbAG"> </A>
|
|
<H3>Vergelijkingsopties</H3>
|
|
|
|
<DL COMPACT>
|
|
<DT id="6"><B>--pid</B> <I>pid</I><DD>
|
|
Ga na of een proces bestaat met het opgegeven <I>pid</I> (sinds versie
|
|
1.17.6). Het <I>pid</I> moet een getal zijn groter dan 0.
|
|
<DT id="7"><B>--ppid</B> <I>moeder-pid</I><DD>
|
|
Ga na of een proces bestaat met het opgegeven moeder-pid <I>moeder-pid</I>
|
|
(sinds versie 1.17.7). Het <I>moeder-pid</I> moet een getal zijn groter dan 0.
|
|
<DT id="8"><B>-p</B>, <B>--pidfile</B> <I>pid-bestand</I><DD>
|
|
Ga na of een proces het bestand <I>pid-bestand</I> aangemaakt heeft.
|
|
<DT id="9"><DD>
|
|
Opmerking: deze vergelijkingsoptie alleen gebruiken, kan ertoe leiden dat
|
|
geageerd wordt op niet-bedoelde processen in het geval het oude proces
|
|
eindigde zonder dat het in staat was het <I>pid-bestand</I> te verwijderen.
|
|
<DT id="10"><DD>
|
|
<B>Waarschuwing:</B> deze vergelijkingsoptie gebruiken met een pid-bestand dat
|
|
door iedereen beschreven kan worden, of deze enkel gebruiken met een
|
|
achtergronddienst die het pid-bestand wegschrijft als gebruiker zonder
|
|
bijzondere rechten, zal met een foutmelding geweigerd worden (sinds versie
|
|
1.19.3) omdat het een veiligheidsrisico inhoudt. Dit is omdat elke gebruiker
|
|
er naartoe kan schrijven, of omdat de inhoud van het pid-bestand niet
|
|
vertrouwd kan worden als de achtergronddienst aangetast raakt, met als
|
|
resultaat dat een programmauitvoerder met bijzondere rechten (zoals een
|
|
init-script dat als systeembeheerder uitgevoerd wordt) op gelijk welk
|
|
systeemproces kan inwerken. Het gebruik van <I>/dev/null</I> is vrijgesteld van
|
|
deze controles.
|
|
<DT id="11"><B>-x</B>, <B>--exec</B> <I>programma</I><DD>
|
|
Ga na of er processen bestaan die exemplaren zijn van dit <I>programma</I>. Het
|
|
argument <I>programma</I> moet een absolute padnaam zijn. Opmerking: met
|
|
geïnterpreteerde scripts kan dit anders dan bedoeld werken, aangezien de
|
|
interpreter aangewezen zal worden als het bedoelde programma. Houd er
|
|
rekening mee dat ook processen die in een chroot uitgevoerd worden een
|
|
overeenkomst zullen opleveren. Het kan dus nodig zijn om bijkomende
|
|
vergelijkingsrestricties op te geven.
|
|
<DT id="12"><B>-n</B>, <B>--name</B> <I>procesnaam</I><DD>
|
|
Ga na of er processen bestaan die de naam <I>procesnaam</I> hebben. De
|
|
<I>procesnaam</I> is meestal de bestandsnaam van het proces, maar dat kan door
|
|
het proces zelf gewijzigd zijn. Opmerking: op de meeste systemen wordt deze
|
|
informatie gehaald uit de kernel uit de comm-naam van het proces. De limiet
|
|
voor de lengte ervan heeft de tendens relatief klein te zijn (uitgaan van
|
|
meer dan 15 tekens is niet-overdraagbaar).
|
|
<DT id="13"><B>-u</B>, <B>--user</B> <I>gebruikersnaam</I>|<I>uid</I><DD>
|
|
Ga na of er processen zijn die eigendom zijn van de gebruiker die met
|
|
<I>gebruikersnaam</I> of <I>uid</I> opgegeven werd. Opmerking: enkel deze
|
|
vergelijkingsoptie gebruiken zal ertoe leiden dat geageerd wordt op alle
|
|
processen die met de gebruiker overeenkomen.
|
|
</DL>
|
|
<A NAME="lbAH"> </A>
|
|
<H3>Algemene opties</H3>
|
|
|
|
<DL COMPACT>
|
|
<DT id="14"><B>-g</B>, <B>--group</B> <I>groep</I>|<I>gid</I><DD>
|
|
Verander naar <I>groep</I> of <I>gid</I> bij het starten van het proces.
|
|
<DT id="15"><B>-s</B>, <B>--signal</B> <I>signaal</I><DD>
|
|
Samen met <B>--stop</B> gebruikt, geeft het op welk signaal moet gestuurd worden
|
|
naar de processen die gestopt worden (standaard is dat TERM).
|
|
<DT id="16"><B>-R</B>, <B>--retry</B> <I>verlooptijd</I>|<I>schema</I><DD>
|
|
Samen met <B>--stop</B> gebruikt, geeft het aan dat <B>start-stop-daemon</B> moet
|
|
nagaan of het/de proces(sen) stoppen. Het zal bij herhaling controleren of
|
|
er eventueel processen actief zijn die een overeenkomst opleveren, totdat
|
|
dit voor geen enkel proces nog het geval is. Indien de processen niet
|
|
afsluiten, dan zal het verdere actie ondernemen, zoals aangegeven door het
|
|
schema.
|
|
<P>
|
|
Indien <I>verlooptijd</I> opgegeven werd in plaats van <I>schema</I>, dan wordt het
|
|
schema <I>signaal</I><B>/</B><I>verlooptijd</I><B>/KILL/</B><I>verlooptijd</I> gebruikt, waarbij
|
|
<I>signaal</I> het signaal is dat opgegeven werd met <B>--signal</B>.
|
|
<P>
|
|
<I>schema</I> is een lijst van minstens twee items, van elkaar gescheiden door
|
|
slashes (<B>/</B>). Elk item kan <B>-</B><I>signaalnummer</I> of [<B>-</B>]<I>signaalnaam</I>
|
|
zijn, hetgeen betekent dat dit signaal gegeven moet worden, of
|
|
<I>verlooptijd</I>, hetgeen betekent dat dit aantal seconden gewacht moet worden
|
|
op het afsluiten van de processen, of <B>forever</B>, hetgeen betekent dat de
|
|
rest van het schema zo nodig permanent herhaald moet worden.
|
|
<P>
|
|
Indien het einde van het schema bereikt wordt en <B>forever</B> niet opgegeven
|
|
werd, dan zal <B>start-stop-daemon</B> afsluiten met de foutstatus 2. Indien een
|
|
schema opgegeven werd, dan wordt elk signaal dat met <B>--signal</B> opgegeven
|
|
werd, genegeerd.
|
|
<DT id="17"><B>-a</B>, <B>--startas</B> <I>padnaam</I><DD>
|
|
Samen met <B>--start</B> gebruikt, start dit het proces dat met <I>padnaam</I>
|
|
opgegeven werd. Indien dit niet opgegeven werd, wordt als standaard het
|
|
argument gebruikt dat bij <B>--exec</B> opgegeven werd.
|
|
<DT id="18"><B>-t</B>, <B>--test</B><DD>
|
|
Toon de acties die ondernomen zouden worden en geef de passende
|
|
terugkeerwaarde, maar onderneem geen actie.
|
|
<DT id="19"><B>-o</B>, <B>--oknodo</B><DD>
|
|
Geef afsluitstatus 0 terug in plaats van 1 indien er geen acties ondernomen
|
|
werden (zouden worden).
|
|
<DT id="20"><B>-q</B>, <B>--quiet</B><DD>
|
|
Geef geen informatieve berichten weer. Toon enkel foutmeldingen.
|
|
<DT id="21"><B>-c</B>, <B>--chuid</B> <I>gebruikersnaam</I>|<I>uid</I>[<B>:</B><I>groep</I>|<I>gid</I>]<DD>
|
|
Verander naar deze gebruikersnaam/uid vooraleer het proces te starten. U
|
|
kunt ook een groep opgeven door een <B>:</B> toe te voegen en dan de groep of
|
|
gid op te geven op dezelfde manier als voor het commando <B><A HREF="/cgi-bin/man/man2html?1+chown">chown</A></B>(1)
|
|
(<I>gebruiker</I><B>:</B><I>groep</I>). Indien een gebruiker opgegeven wordt zonder een
|
|
groep, dan wordt voor die gebruiker zijn primaire GID gebruikt. Bij het
|
|
gebruik van deze optie moet u er zich van bewust zijn dat ook de primaire en
|
|
bijkomende groepen ingesteld worden, ook als de optie <B>--group</B> niet
|
|
opgegeven werd. De optie <B>--group</B> dient enkel voor groepen waartoe de
|
|
gebruiker normaal niet behoort (zoals het voor een specifiek proces
|
|
instellen van een groepslidmaatschap voor algemene gebruikers zoals
|
|
<B>nobody</B>).
|
|
<DT id="22"><B>-r</B>, <B>--chroot</B> <I>hoofdmap</I><DD>
|
|
Chdir en chroot naar <I>hoofdmap</I> vooraleer het proces te starten. Merk op
|
|
dat het pid-bestand ook na het chrooten gemaakt wordt.
|
|
<DT id="23"><B>-d</B>, <B>--chdir</B> <I>pad</I><DD>
|
|
Chdir naar <I>pad</I> vooraleer het proces te starten. Dit gebeurt na het
|
|
chrooten als de optie <B>-r</B>|<B>--chroot</B> ingesteld werd. Indien dit niet
|
|
opgegeven wordt, dan zal <B>start-stop-daemon</B> een chdir naar de hoofdmap
|
|
uitvoeren voor de start van het programma.
|
|
<DT id="24"><B>-b</B>, <B>--background</B><DD>
|
|
Wordt meestal gebruikt bij programma's die zich niet uit zichzelf
|
|
afsplitsen. Deze optie zal <B>start-stop-daemon</B> dwingen om een nieuw proces
|
|
(fork) te beginnen vooraleer het proces te starten en dat op de achtergrond
|
|
te plaatsen. <B>Waarschuwing: start-stop-daemon</B> kan de afsluitstatus van het
|
|
proces niet opvolgen mocht de uitvoering ervan om <B>een of andere</B> reden
|
|
mislukken. Dit is een laatste toevlucht en is enkel bedoeld voor programma's
|
|
waarvoor het ofwel geen zin heeft om uit zichzelf een nieuw proces (fork) te
|
|
beginnen, of waarvoor het ondoenbaar is om code toe te voegen waardoor ze
|
|
dat uit zichzelf zouden doen.
|
|
<DT id="25"><B>--notify-await</B><DD>
|
|
Wachten tot het achtergrondproces een kennisgeving zendt dat het gereed is,
|
|
vooraleer de dienst als opgestart beschouwd wordt (sinds versie 1.19.3). Dit
|
|
past elementen van het 'readiness protocol' van systemd toe, zoals dit in de
|
|
man-pagina <B><A HREF="/cgi-bin/man/man2html?3+sd_notify">sd_notify</A></B>(3) gespecificeerd wordt. De volgende variabelen
|
|
worden ondersteund:
|
|
<DL COMPACT><DT id="26"><DD>
|
|
<DL COMPACT>
|
|
<DT id="27"><B>READY=1</B><DD>
|
|
Het programma is gereed om zijn dienstverlening aan te bieden en dus kunnen
|
|
we veilig afsluiten.
|
|
<DT id="28"><B>EXTEND_TIMEOUT_USEC=</B><I>aantal</I><DD>
|
|
Het programma vraagt om de wachttijd uit te breiden met <I>aantal</I>
|
|
microseconden. Dit stelt de huidige wachttijd opnieuw in op de opgegeven
|
|
waarde.
|
|
<DT id="29"><B>ERRNO=</B><I>nummer</I><DD>
|
|
Het programma sluit af met een foutmelding. Hetzelfde doen en van de
|
|
<B>errno</B>-waarde de gebruikersvriendelijke tekenreeks tonen.
|
|
</DL>
|
|
</DL>
|
|
|
|
<DT id="30"><B>--notify-timeout</B><I>wachttijd</I><DD>
|
|
Een wachttijd instellen voor de optie <B>--notify-await</B> (sinds versie
|
|
1.19.3). Wanneer de wachttijd verlopen is, zal <B>start-stop-daemon</B>
|
|
afsluiten met een foutmelding en zal niet gewacht worden op de kennisgeving
|
|
van gereedheid. Standaard is dit <B>60</B> seconden.
|
|
<DT id="31"><B>-C</B>, <B>--no-close</B><DD>
|
|
Sluit een eventuele bestandsindicator niet bij het naar de achtergrond
|
|
dwingen van de achtergronddienst (sinds version 1.16.5). Gebruikt met het
|
|
oog op debuggen om de uitvoer van het proces te zien of om
|
|
bestandsindicatoren om te leiden om de procesuitvoer te loggen. Enkel
|
|
relevant als <B>--background</B> gebruikt wordt.
|
|
<DT id="32"><B>-N</B>, <B>--nicelevel</B> <I>geheel-getal</I><DD>
|
|
Dit wijzigt de prioriteit van het proces voor het gestart wordt.
|
|
<DT id="33"><B>-P</B>, <B>--procsched</B> <I>beleid</I><B>:</B><I>prioriteit</I><DD>
|
|
Dit wijzigt het procesplannerbeleid en de procesplannerprioriteit van het
|
|
proces voor het gestart wordt (sinds versie 1.15.0). Facultatief kan de
|
|
prioriteit opgegeven worden door een <B>:</B>, gevolgd door de waarde, toe te
|
|
voegen. De standaard<I>prioriteit</I> is 0. De momenteel ondersteunde waarden
|
|
voor beleid zijn <B>other</B>, <B>fifo</B> en <B>rr</B>.
|
|
<DT id="34"><B>-I</B>, <B>--iosched</B> <I>klasse</I><B>:</B><I>prioriteit</I><DD>
|
|
Dit wijzigt de IO-plannerklasse en IO-plannerprioriteit van het proces voor
|
|
het gestart wordt (sinds versie 1.15.0). Facultatief kan de prioriteit
|
|
opgegeven worden door een <B>:</B>, gevolgd door de waarde, toe te voegen. De
|
|
standaard<I>prioriteit</I> is 4, tenzij <I>klasse</I> <B>idle</B> is. In dat geval zal
|
|
<I>prioriteit</I> steeds 7 zijn. De momenteel ondersteunde waarden voor
|
|
<I>klasse</I> zijn <B>idle</B>, <B>best-effort</B> en <B>real-time</B>.
|
|
<DT id="35"><B>-k</B>, <B>--umask</B> <I>masker</I><DD>
|
|
Dit stelt het umask van het proces in voor het gestart wordt (sinds versie
|
|
1.13.22).
|
|
<DT id="36"><B>-m</B>, <B>--make-pidfile</B><DD>
|
|
Wordt gebruikt bij het starten van een programma dat zijn eigen pid-bestand
|
|
niet creëert. Deze optie zal <B>start-stop-daemon</B> het bestand waarnaar met
|
|
<B>--pidfile</B> verwezen wordt, doen aanmaken en er het pid in doen plaatsen
|
|
juist voor het uitvoeren van het proces. Merk op dat het bestand bij het
|
|
stoppen van het programma enkel verwijderd zal worden als
|
|
<B>--remove-pidfile</B> gebruikt wordt. <B>Opmerking:</B> het is mogelijk dat deze
|
|
functionaliteit niet in alle gevallen werkt. Dit is in het bijzonder zo als
|
|
het programma dat uitgevoerd wordt, een nieuw proces (fork) begint vanuit
|
|
zijn hoofdproces. Daarom is dit gewoonlijk enkel nuttig in combinatie met de
|
|
optie <B>--background</B>.
|
|
<DT id="37"><B>--remove-pidfile</B><DD>
|
|
Wordt gebruikt bij het stoppen van een programma dat zijn eigen pid-bestand
|
|
niet verwijdert (sinds versie 1.17.19). Deze optie zal <B>start-stop-daemon</B>
|
|
het bestand waarnaar met <B>--pidfile</B> verwezen wordt, doen verwijderen na
|
|
het beëindigen van het proces.
|
|
<DT id="38"><B>-v</B>, <B>--verbose</B><DD>
|
|
Geef uitvoerige informatieve mededelingen weer.
|
|
</DL>
|
|
<A NAME="lbAI"> </A>
|
|
<H2>AFSLUITSTATUS</H2>
|
|
|
|
<DL COMPACT>
|
|
<DT id="39"><B>0</B><DD>
|
|
De gevraagde actie werd uitgevoerd. Indien <B>--oknodo</B> opgegeven werd, is
|
|
het ook mogelijk dat er niets gedaan moest worden. Dit kan het geval zijn
|
|
als <B>--start</B> opgegeven werd en er al een overeenkomstig proces actief was,
|
|
of als <B>--stop</B> opgegeven werd en er geen overeenkomstige processen waren.
|
|
<DT id="40"><B>1</B><DD>
|
|
Indien <B>--oknodo</B> niet opgegeven werd en niets gedaan werd.
|
|
<DT id="41"><B>2</B><DD>
|
|
Indien <B>--stop</B> en <B>--retry</B> opgegeven werden, maar het einde van het
|
|
schema bereikt werd en de processen nog steeds actief waren.
|
|
<DT id="42"><B>3</B><DD>
|
|
Elke andere fout.
|
|
</DL>
|
|
<P>
|
|
|
|
Bij het gebruik van het commando <B>--status</B>, worden de volgende statuscodes
|
|
teruggegeven:
|
|
<DL COMPACT>
|
|
<DT id="43"><B>0</B><DD>
|
|
Het programma is actief.
|
|
<DT id="44"><B>1</B><DD>
|
|
Het programma is niet actief en het pid-bestand bestaat.
|
|
<DT id="45"><B>3</B><DD>
|
|
Het programma is niet actief.
|
|
<DT id="46"><B>4</B><DD>
|
|
Niet in staat om de status van het programma te bepalen.
|
|
</DL>
|
|
<A NAME="lbAJ"> </A>
|
|
<H2>VOORBEELD</H2>
|
|
|
|
Start de achtergronddienst <B>food</B> tenzij er al een actief is (een proces
|
|
met als naam food, dat actief is als gebruiker food met de pid in food.pid):
|
|
<DL COMPACT>
|
|
<DT id="47"><DD>
|
|
<PRE>
|
|
start-stop-daemon --start --oknodo --user food --name food \
|
|
--pidfile /run/food.pid --startas /usr/sbin/food \
|
|
--chuid food -- --daemon
|
|
</PRE>
|
|
|
|
</DL>
|
|
<P>
|
|
|
|
Stuur <B>SIGTERM</B> naar <B>food</B> en wacht tot 5 seconden op zijn beëindiging:
|
|
<DL COMPACT>
|
|
<DT id="48"><DD>
|
|
<PRE>
|
|
start-stop-daemon --stop --oknodo --user food --name food \
|
|
--pidfile /run/food.pid --retry 5
|
|
</PRE>
|
|
|
|
</DL>
|
|
<P>
|
|
|
|
Demonstratie van een aangepast schema om <B>food</B> te stoppen:
|
|
<DL COMPACT>
|
|
<DT id="49"><DD>
|
|
<PRE>
|
|
start-stop-daemon --stop --oknodo --user food --name food \
|
|
--pidfile /run/food.pid --retry=TERM/30/KILL/5
|
|
</PRE>
|
|
|
|
<P>
|
|
</DL>
|
|
|
|
<HR>
|
|
<A NAME="index"> </A><H2>Index</H2>
|
|
<DL>
|
|
<DT id="50"><A HREF="#lbAB">NAAM</A><DD>
|
|
<DT id="51"><A HREF="#lbAC">OVERZICHT</A><DD>
|
|
<DT id="52"><A HREF="#lbAD">BESCHRIJVING</A><DD>
|
|
<DT id="53"><A HREF="#lbAE">COMMANDO'S</A><DD>
|
|
<DT id="54"><A HREF="#lbAF">OPTIES</A><DD>
|
|
<DL>
|
|
<DT id="55"><A HREF="#lbAG">Vergelijkingsopties</A><DD>
|
|
<DT id="56"><A HREF="#lbAH">Algemene opties</A><DD>
|
|
</DL>
|
|
<DT id="57"><A HREF="#lbAI">AFSLUITSTATUS</A><DD>
|
|
<DT id="58"><A HREF="#lbAJ">VOORBEELD</A><DD>
|
|
</DL>
|
|
<HR>
|
|
This document was created by
|
|
<A HREF="/cgi-bin/man/man2html">man2html</A>,
|
|
using the manual pages.<BR>
|
|
Time: 00:06:20 GMT, March 31, 2021
|
|
</BODY>
|
|
</HTML>
|